Alles wat je doet, moet een doel hebben

We missen in het judo het spelen met veel bewegen. Te vaak zijn we in het judo gericht op wat je moet weten. Deze uitspraak zet je tot nadenken.

De workshop van zondag 10 maart jl. gaf aan dat we met een andere aanpak nog veel kunnen leren. Mark Bette, John van de Meer, Marcel Joling en Simon Leistra hebben een speciale kijk op randori. Nadat zij bij elkaar hebben gezeten, hebben zij een visie tot stand gebracht en deze met diverse werkmomenten gepresenteerd aan de 48 deelnemende judoka’s .                                          Mark Bette gaf aan dat randori steeds meer gereglementeerd wordt. Daardoor verliezen we steeds meer kinderen in de judosport. Een kind wil (vrij) bewegen!

We kunnen zeggen: “De ene beperking is de start voor een ander leerdoel.”

Een randori moet je leren.

De workshop werd gestart met ballonnen en ballen met de opmerking, ‘oriënteer je en zoek je mogelijkheden’. John v.d. Meer gaf aan dat je randori moet leren met spelplezier. Randori is niet willen winnen, maar leren judoën.

Door het doen ga je het begrijpen. Dat hebben de 48 deelnemende judoka’s gevoeld. Veel rollen geeft de opening voor de randori. Blijf bewegen en toepassen om met elkaar te leren en te gunnen. ‘Voorkom beperkingen maar creëer je creativiteitis het motto. Op deze wijze maak je een begin aan een speelse randori. Alle vier docenten gaven hun eigen inbreng en visie die belangrijk zijn voor een speelse randori. Opvallend was dat deze workshop geen directe techniektraining kende, maar op en top het toetsen van het judo-gevoel waarin leren stoeien uiteindelijk de doelstelling was. Wie open staat voor een uitdaging, zal ook fouten maken. Dat mag, sterker nog, durf fouten te maken, maar kom altijd lachend van de mat af. Op deze wijze wordt het begrepen en heb je positief gescoord.